Lang leven Mindfulness-Light
Door Eric Oostdijk
Klaslokalen, schooldeuren en de pauzebel maken al ruim 38 jaar deel uit van mijn leven. Eerst als peuter, later als leerlingen en student. Op dit moment als docent in het hoger onderwijs. Als je school noemt hoort daar in dezelfde adem het woord ‘huiswerk’ bij. Een woord met nog al wat impact. Een woord waar een soort van zwaarte aankleeft, een donkere schaduw, iets waar je vanaf willen.
Ik tenminste wel. Ik had (en heb soms nog) vlug een excuus klaar om mijn neus te drukken. Dit heeft me soms meer gekost dan dat het me iets opleverde.
Ook nu in het hoger onderwijs bespeur ik bij mijn studenten deze grondige en diepgewortelde afkeer en aversie tegen huiswerk. Dezelfde slinksheid om hun neus te drukken ontwikkelt zich ook bij hen, als het enigszins kan.
Maar niet alleen in de schoolsetting maakt het woord ‘huiswerk’ een scala aan gevoelens wakker. Dit gebeurt ook tijdens mijn mindfulnesstrainingen. Om hier de lading wat te verzachten noem ik het daarom ‘thuisopdrachten’. Maar geen hond die daar natuurlijk intrapt. ‘Thuisopdachten’ is gewoon huiswerk, alleen dan met een ander smaakje. Ook via deze sluwe omweg word ik finaal in mijn kaarten gekeken en komt er van de ‘thuisopdrachten’ bij cursisten in de regel bitter weinig terecht.
Elke sessie (tot aan het einde toe!) wordt het ijzig stil en lijkt iedereen vertrokken in mindful stilzwijgen als ik de ‘thuisopdrachten’ aankaart. Blikken richten zich naar beneden, terwijl ik de groep vriendelijk rondkijk. Soms hoor ik dan iemand zeggen: “Ik heb opgemerkt dat ik mijn huiswerk niet gemaakt heb en dat zonder oordeel. Dus was ik heel mindful.” De stilte verdwijnt, schouders ontspannen zich, er wordt weer doorgeademd. Door deze non-verbale ondersteuning geeft de groep aan, dit ook zo te hebben beleefd en dat mindfulness dus toeneemt. Iedereen happy!
Een andere deelneemster hoorde ik een keer zeggen: “Nee, de thuisopdrachten heb ik niet gedaan, want ik had een top-week. Ik zat lekker in mijn vel en waarom zou ik dan oefenen?”
Beide opmerkingen zijn voor een mindfulnesstrainer oprecht goud waard, zijn de krenten in pap. Waarom ik ze zo waardevol vind? Omdat ze heel duidelijk en op Jip-en-Janneke-niveau laten zien hoe onze mind werkt: we identificeren ons met het 'wind-mee gevoel' en praten ons een uitweg uit een situatie, waarin we niet echt willen of kunnen opmerken wat er gebeurt.
Tja, waarom moeilijk doen als het makkelijk is?
Beide opmerkingen houden me ook bezig als trainer. Wellicht is dit wat ze bedoelen met de mindfulness-light variant. Een uitgeklede mindfulness-versie, eentje die ontworteld is en die aan de periferie zijn Waterloo vindt. Het niet zo nauw nemen met het huiswerk is inderdaad het einde van een mindfulnesstraining.
Mindfulness verwordt zo tot ‘iets’ wat we doen als we het rustig hebben, als de zon schijnt, als het schuim op mijn cappuccino vol en romig is.
Maar net als op school ontstaat diep leren als er vertrouwen, moed, discipline, geduld en nieuwsgierigheid geoefend wordt. Zoals Jon Kabat-Zinn zelf treffend zegt: “Je hoeft geen zin te hebben in de oefeningen, als je ze maar doet.”
Dit zonder geheven vinger overigens, omdat ik zelf als trainer ook de discipline dien op te brengen om elke dag te oefenen...